Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jozef BREUER

betekenis & definitie

Duits geneesheer (1842-1925) is een van de zeer weinige artsen, die zich op twee geheel verschillende gebieden een wereldnaam hebben verworven. Op grond van uitermate exact uitgevoerde proeven met duiven kwam hij in 1873 tot de theorie, dat de booggangen in het vestibulaire apparaat als zintuigsorganen voor de waarneming van draaiingen van het hoofd door positieve en negatieve hoekversnellingen werden geprikkeld.

De opvattingen van Breuer waren dermate geniaal gegrondvest, dat meer dan 50 jaar later de tegenwoordige onderzoekers, afgezien van geringe details, slechts een bevestiging van zijn vondsten en opvattingen konden brengen. Daarop volgden zeer belangrijke onderzoekingen over de otholithen-organen.Voor de psychiatrie heeft hij een onvergankelijke naam verworven door zijn kathartische methode in de psychotherapie (1880). Toen Freud na zijn verblijf bij Charcot uit Parijs naar Wenen terugkeerde en zijn nieuwe inzichten in het psychisch ontstaan van lichamelijke verschijnselen propageerde, vond hij steun van Breuer. Samen met Breuer publiceerde hij in 1895 de Studiën über Hysterie, die een mijlpaal in de geschiedenis van de hysterie betekenen. Toen Breuer de verdere ontwikkeling van Freud’s gedachten niet verder kon meemaken, trok hij zich van hem terug.

PROF. DR H. C. RÜMKE.

< >