(z schaken), een der grootste schaakmeesters (Havana 19 Nov.
1888 - New York 8 Mrt 1942), was wereldkampioen van 1921-1927. Reeds zeer jong vestigde hij de aandacht op zich door zijn bijzonder schaakinzicht, later ook door zijn fabelachtig simultaanspel. Zijn debuut in Europese grootmeesterstournooien maakte hij in San Sebastian, 1911, waar hij boven de sterkste spelers van die tijd (uitgezonderd Lasker) no 1 werd. In St Petersburg, 1914. eindigde Capablanca onder Lasker op de tweede plaats met slechts een half punt verschil. Van zijn andere matches zijn bekend die tegen Marshall in 1909 (+8 — 1 = 14), waarmede hij zich wereldvermaardheid verwierf, de sensationele match met Lasker (Havana 1921, resultaat + 4—0 =10), die hem het wereldkampioenschap opleverde en tegen Aljechin, die het hem weer deed verliezen. Ten slotte zijn match met de Nederlandse landskampioen dr M.Euwe te Amsterdam, 1931 (resultaat +2—0 = 8).
Capablanca heeft het begin van zijn schaakloopbaan samengevat in My chess career, waarin in chronologische volgorde zijn beste partijen verzameld zijn. In een tweede werk Chess fundamentals zet hij zijn inzichten over het schaakspel uiteen. Capablanca was in diplomatieke dienst van zijn vaderland, Cuba. Hij overleed onverwachts aan de gevolgen van een maagoperatie.