Engels criticus (South London 6 Aug. 1889), studeerde te Oxford en werd medewerker aan de Westminster Gazette (1912-1913), huwde in 1913 Katherine Mansfield, gedurende Wereldoorlog II was hij o.a. chief censor, daarna editor van The Athenaeum (tot 1921) en van The Adelphi, tijdschriften die grote invloed hadden. Zijn vriendschap met D.
H. Lawrence vindt men beschreven in de autobiografie van Murry: Between Two Worlds (1935). Van de verzameling brieven van Katherine Mansfield verzorgde hij in 1951 een sterk uitgebreide herdruk. Het belangrijkste deel van zijn oeuvre is verder gewijd aan studiën over het Christendom en de huidige maatschappij. Hij is dikwijls een bitter en gekweld schrijver.Bibl. (voorn. werken): F. Dostoievsky (1916); The Evolution of an Intellectual (1920); Aspects of Life (1920); Countries of the Mind (1922-’31); Keats and Shakespeare (1925); The Life of Jesus (1926); Son of Woman (D. H. Lawrence) (1931); William Blake (1933); Shakespeare (1936); The Defense of Democracy (1939); Democracy and War (1940); The Betrayal of Christ by the Churches (1940); Europe in Travail (1940); Christocracy (1942); Adam and Eve, an Essay towards a New and Better Society (1944); Free Society (1948); Kath. Mansfield and Other Literary Portraits (1949).
Lit.: R. Heppenstall, Middleton M., A Study in Excellent Normality (1934).
