Engels staatsman (Londen 1594? - Thame 24 Juni 1643), stamde uit een oud geslacht uit Buckinghamshire, verwant aan Cromwell. Hij studeerde te Oxford en werd in 1621 lid van het Parlement.
Nadat hij enige tijd ambteloos was geweest werd hij, wegens zijn weigering in 1635 „onrechtmatige” belastingen (het scheepsgeld) op te brengen, in een proces gewikkeld en in de kosten veroordeeld, doch zijn verdediging voor de rechter van zichzelf en van het recht van het Parlement om te beslissen over de belastingen was als een programma voor de parlementspartij; zijn woorden vonden algemeen weerklank. Ook in het Lange Parlement (1640), waar hij zich achter Pym* schaarde, deed hij van zich spreken en daardoor behoorde hij tot de vijf leden van het Lagerhuis, die in 1642 door Karel I wegens hoogverraad in staat van beschuldiging werden gesteld. Toen de strijd tussen het Parlement en de koning uitbarstte, verzamelde Hampden in het graafschap Buckinghamshire een regiment en trok er mede te velde; 18 Juni 1643 ontmoette hij bij Chalgrovefield de ruiters van prins Rupert, werd daarbij gewond en overleed kort daarna.Lit.: Lord Nugent, Memorials of John H. (1831); Macaulay, Lord Nugent’s Memorials of H. (in: Critical and Historical Essays); S. R. Gardiner, History of England 1603-1642 (10 dln, 1883) ; Idem, History of the Great Civil War, I (1886).