Engels zeevaarder en ontdekkingsreiziger (Sandridge, bij Dartmouth, ca 1550 Riouw Archipel 27 Dec. 1605), die zelf zijn naam als Davys schreef, behoort met Baffin en Hudson tot de voornaamste van de eerste ontdekkingsreizigers in de Noordelijke wateren. Nadat hij enige kleinere reizen gemaakt had, kreeg hij in 1585 de leiding van een door Londense kooplieden gefinancierde tocht, die ten doel had de N.W.
Doorvaart op te sporen, doch weinig succes had. Zijn tweede en vooral zijn derde tocht, eveneens in het hoge Noorden, hadden meer resultaat; op laatstbedoelde reis (1587) voer hij door de Straat, welke tot op de huidige dag zijn naam draagt, naar Baffinsbaai, daarbij Groenlands westkust tot 730 N.Br. verkennend. In 1591 sloot Davis zich aan bij Thomas Cavendish op diens wereldreis, in de hoop de N.W. Doorvaart van het W. uit te vinden.
Deze onderneming was weinig voorspoedig, doch Davis ontdekte, op de via Straat Magalhaes ondernomen terugreis, de Falklandseilanden (1592). Daarna begonnen Davis’ reizen naar Oost-Indië, op een waarvan hij in Nederlandse dienst voer. Zijn roep als zeer bekwaam en stoutmoedig navigator was natuurlijk ook tot Nederland doorgedrongen en op de tweede reis van de gebroeders de Houtman, voor de Zeeuwse Compagnie van de Moucheron, werd hij door laatstgenoemde als stuurman en opperpiloot aangenomen. Deze functie nam hij gaarne aan, daar het hem nu tevens mogelijk was voor zijn landgenoten, als dwarskijker, belangrijke gegevens thuis te brengen.
Op 25 Mrt 1598 in de „Leeuw” en de „Leeuwin” uit Vere vertrokken, werden de opvarenden tijdens hun verblijf in Atjèh verraderlijk overvallen, waarbij Cornells de Houtman vermoord werd en Frederik gevangengenomen. Door de koelbloedigheid en flinkheid van John Davis werd echter voorkomen, dat de beide schepen verloren gingen welke in Aug. 1600 behouden in Middelburg terugkeerden. Davis’ journaal van deze reis is van belang voor de geschiedenis van de eerste Nederlandse tochten naar Indië. Van 1601-1603 nam Davis deel aan een tocht naar Indië onder Sir James Lancaster.
Op zijn derde reis naar die gewesten, in de „Tiger” onder Sir Edward Michelborne, werd hij tijdens een overval door Japanse zeerovers bij het eiland Bintan, in de Riouw-Archipel, vermoord. Davis heeft zich eveneens verdienste verworven door het schrijven van enkele werken op zeevaartkundig gebied.K. W. L. BEZEMER
Bibi.: A Traverse Book (1587); The Seaman’s Secrets (1594); The World’s Hydrographical Description (1595); The Voyage of Captaine John Davis to the Easteme India, Pilot in a Dutch ship, written by Himselfe (in Purchas III, p. 116-124, London 1625).
Lit.: Hakluyt, The Principal Navigations etc. (London 15981600); Purchas, Hakluytus Posthumus or Purchas his Pilgrimes (London 1625); A. H. Markham, The Voyages and Works of J. D. the Navigator (Hakluyt Society, London 1880); C.
R. Markham, Life of J. D. (1889); J. K.
Laughton, John Davys (Dictionary of National Biography, dl XIV); W. S. Unger, De oudste reizen van de Zeeuwen naar Oost-Indië (Linschoten-Vereeniging, dl LI, ’s-Gravenhage 1948).