Boheems componist en pianist (Pressburg 14 Nov. 1778 Weimar 17 Oct. 1837), wekte op zijn 7de jaar door zijn pianospel de belangstelling van Mozart, werd enige jaren diens leerling, en studeerde later te Londen bij dementi. Na jaren van concertreizen, waarbij hij ook Holland bezocht, studeerde hij compositie bij Albrechtsberger en Salieri, te Wenen.
Hij vervulde tal van kapelmeestersposten o.m. bij vorst Esterhazy, te Stuttgart, te Weimar en te Londen, bovendien liet hij zich als een gevierd pianist op concertreizen door Europa horen. Zowel zijn pianospel als zijn improviseren en zijn componeren verraste door zijn brillante virtuositeit. Op den duur bleek deze echter een dekmantel voor een geringe gevoelsdiepte en het is vooral daaraan te wijten, dat zijn composities snel in vergetelheid geraakten.Werken: H. schreef talrijke werken voor piano, o.m. sonates, concerten, variaties, rondo’s, walsen, fantasieën, voorts kamermuziek, opera’s, balletten, cantates en missen.
Lit.: G. Sporik, L'Interprétation des sonates de J. N. H. (Paris I933), K. Benyovszky, J. N. H. der Mensch u. der Künstler (Bratislava 1934).
