Vlaams beeldhouwer (Antwerpen 14 Jan. 1852 - Brussel 5 Juni 1908), studeerde aan de Antwerpse academie onder N. de Keyser en de beeldhouwer J. Geefs.
Hij reisde in het buitenland (Parijs 1880, Italië 1881), en onderging spec. de invloed van Giovanni da Bologna. Naar diens voorbeeld mag ook Lambeaux een barokmeester worden genoemd; met zijn zinnelijk temperament en zijn picturale geaardheid sluit hij aan bij Rubens en Jordaens. De bouw van zijn enkele figuren of groepen is er op berekend, van alle kanten bekeken te worden. Hij debuteerde in 1881 met De Kus (Museum te Antwerpen), gevolgd door de grote bronzen groep van de Worstelaars (Louizalaan, Brussel). Beroemde werken zijn verder: de Brabofontein op de grote Markt te Antwerpen, de Conscience aan de ingang van de Hoofdbibliotheek aldaar, de bronzen groep van Lucretia in het Pare de Mourmont en het grote karton De Menselijke Driften, 1889 (Museum te Antwerpen), dat hij tot een monumentaal bas-reliëf verwerkte. Lambeaux vervaardigde ook vele portretbustes, o.a. van Hendrik de Braekeleer en G. Gits, schepen der stad Antwerpen.Lit.: Herman Teirlinck, J. L. (1909); Marg. Devigne, La Sculpture Beige (1930)»
