Frans clinicus (Drécourt bij Vouziers, Champagne, 15 Febr. 1755 Parijs 18 Sept. 1821), was sinds 1795 hoogleraar te Parijs, later tevens lijfarts van Napoleon Bonaparte. Zijn waarnemingen, neergelegd in Essai sur les maladies et les lésions organiques du coeur et des gros vaisseaux (1806), brachten de diagnostiek der hartziekten ver vooruit.
Corvisart onderscheidde tussen dilatatie en hypertrophie van het hart, tussen organische en functionele hartziekten en beschreef de voelbare trilling (frémissement) die ontstaat bij sommige klepgebreken van het hart. Met nadruk stelde hij de betekenis van postmortaal onderzoek in het licht. In 1808 vertaalde hij Auenbrugger’s Inventum novum over de percussie en voorzag dit van uitvoerige kanttekeningen. Het gezag van Corvisart maakte dat deze methode van onderzoek, die tot dusver geen aandacht had getrokken, een belangrijke plaats kreeg in het geneeskundig onderzoek.Lit.: L. Héchemann, C. et la percussion, diss. (Paris 1906).