heer van Forestel en Fontaines, Bourgondisch kroniekschrijver (ca 1400 na 1471), was een natuurlijke zoon, later gewettigd, van Robert, heer van Wavrin in Waals-Vlaanderen. Hij nam deel aan de strijd in Frankrijk, aan Bourgondisch-Engelse zijde, evenals aan een kruistocht tegen de Hussieten in 1420, vergezelde Philips de Goede in i425-’28 op diens veldtochten in Holland en vervulde later als hertogelijk raad en kamerheer diverse diplomatieke en administratieve opdrachten.
Uit zijn boekerij zijn verscheidene geïllumineerde handschriften overgegaan in het bezit van Philips de Goede en berusten thans in de Kon. Bibliotheek te Brussel. Op aandrang van zijn neef Wal er an de Wavrin, die in 1444-’45 een Bourgondisch smaldeel in de Levant had gecommandeerd, begon hij in 1445 zijn grote compilatie over de Engelse geschiedenis sedert de fabuleuze Oudheid te schrijven, die hij heeft voortgezet tot 1471. De behandeling van de gebeurtenissen uit de eigen tijd is tevens een geschiedenis van de Bourgondische hertogen geworden. Hier is veel ontleend aan de kroniek van Du Clercq, maar talrijke toevoegingen geven aan het werk niettemin grote waarde.DR A. G. JONGKEES
Bibl.: Anchiennes chroniques d’Engleterre: Choix de chapitres inédits, uitg. Mlle Dupont (3 dln, 1858-’63: Soc. de l'Hist. de France); volledige uitg. door W. (en E.) Hardy, Recueil des cronicques et anchiennes istories de la Grant Bretaigne (5 dln, 1864-91: Rolls Series); Eng. vert. v. h. voorgaande (tot 1431) door dezelfden (3 dln, 1864 vlg.: Rolls Ser.).
Lit.: A. Molinier, Les sources de l'hist. de France des orig. aux guerres d’Italie (1901 vlg.), IV nr 3955; G. Doutrepont, La litt. franc, à la cour des ducs de Bourg. (1909); M. Yans, in: Biogr. nation. XXVII (1938), col. 129-132; J. Stengers, Sur trois chroniqueurs (in: Ann. de Bourg. XVIII, 1946, blz. 122-130).
