Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Jean ANOUILH

betekenis & definitie

Frans toneelschrijver (Bordeaux 23 Juni 1910), bezocht te Parijs het Collège Chaptal, studeerde een tijdlang in de rechten en werkte daarna twee jaar bij een uitgever.

Na zijn eerste toneelstuk L’Hermine (1931) heeft hij alleen voor het toneel en voor de film gewerkt. Voor de laatste schreef hij twee kluchten en enige melodrama’s. Voor de film Monsieur Vincent (1947), het leven van den H. Vincentius van Paulo, schreef hij de dialogen. Zijn toneelstukken heeft hij gepubliceerd als Pièces roses en Pièces noires. De eerste zijn: Le bal des voleurs, een „comédie-ballet” uit 1932, Le rendez-vous de Senlis (1937) en Léocadia (1939). Pièces noires zijn: L’Hermine (1931 ), Jézabel (1932), La sauvage (1934), Le voyageur sans bagage (1936), Eurydice (1941), Antigone (1942), Roméo et Jeannette (1945) en Médée (1946).

Zijn Y avait un prisonnier heeft de schrijver nooit gepubliceerd. De stukken van Anouilh zijn redeneerstukken, het grote spektakel ligt hem niet, hoewel hij voor een wat overdreven situatie (zoals in Jézabel) niet terugschrikt. Enige thema’s zoals het zoeken naar een eenvoudig geluk, niet vertroebeld door materiële zorgen, de onafwendbaarheid van het noodlot der eenmaal op zich genomen taak, de onmogelijkheid van een verbintenis tussen gelieven, wier levenskringen te ver uit elkander liggen, vindt men telkens in Anouilh’s werken terug. Zijn toneelspelen zijn met grote vakkennis geschreven. Anouilh beschouwt het herscheppen van de werkelijkheid tot een gebeurtenis van hogere orde vol verbeelding en dichterlijkheid als het doel van de literatuur. Zijn stukken zijn in vele talen vertaald.

In Nederland heeft men o.a. Antigone en Le rendez-vous de Senlis (1946-47, Het Residentie-Toneel), en Le voyageur sans bagage (1947, Comoedia) gespeeld. Anouilh is gehuwd met de actrice Monelle Valentin, die in zijn stukken vaak de hoofdrol heeft gespeeld.

A. GLAVIMANS

Bibl. Uitg.: Pièces roses (Paris 1945); Pièces noires (Paris 1945); Nouvelles Pièces noires (Paris 1946).

Lit.: H. Cignoux, Jean Anouilh (Paris 1946).

< >