Noordfrans geschiedschrijver (1424 - na 1467), was schildknaap, heer van Beauvoir-en-Ternois, en woonachtig te Atrecht. Zijn vader, eveneens Jacques geheten, was afkomstig uit Douai, licentiaat in de rechten en raad van de hertog van Bourgondië in de kasselarij van Douai, Rijsel en Orchies.
Du Clercq heeft, naar zijn zeggen zonder bijbedoeling, maar uitsluitend als tijdverdrijf en tot stichting van het nageslacht alle gebeurtenissen opgetekend, tussen 1448 en 1467 voorgevallen in Engeland, Frankrijk en de landen van Philips de Goede van Bourgondië, die te zijner kennis waren gekomen. Een vervolg, dat hij aankondigt, is niet bekend. Deze Mémoires (gebrekkig uitgegeven door F. baron de Reiffenberg, 4 dln, Bruxelles 1823; 2de dr. 18351836), uiteraard van Bourgondisch gezichtspunt uit geschreven, zijn de getuigenis van een provinciaal, die buiten de grote politiek stond. Zij vormen een niet te verwaarlozen secundaire bron voor de geschiedenis van Philips de Goede, maar zijn vooral van belang als kroniek voor Atrecht en omgeving.