tekenaar en graveur (Nancy 1592 - Parijs 28 Mrt 1635), ging na zijn leertijd in Nancy, bij een glasschilder, in 1608 naar Rome en werd in 1611 helper van Parigi te Florence; in 1622 hofschilder van hertog Karel van Lotharingen te Nancy. Hij is beter bekend nog als etser dan als tekenaar.
Zijn beroemdste etsen zijn de serie van 25 les Misères de la guerre. Onder de meer dan 1500 etsen komen voor: belegerde steden, hoffeesten, carnavalfeesten, toneelspelen, religieuze taferelen, heiligen, bedelaars, zigeuners, tovenaars.Callot was een geboren graficus, hoewel hij in de etskunst een techniek heeft uitgevonden om door „afdekken” achter zijn scherp getekende figuren een nevelige achtergrond te geven. Hij is de eerste, die zich geheel aan de etskunst wijdde en deze daardoor tot hogere betekenis bracht. In zijn genre is hij onovertroffen gebleven. Zijn stijl is zeer persoonlijk, zeer expressief is zijn lijn.
Daarbij had hij belangstelling voor de meest uiteenlopende onderwerpen en hij bezat een onuitputtelijke fantasie; hij toonde een bijzonder talent voor het componeren en groeperen van menigten. Hij is Italiaans-gemaniëreerd begonnen, doch heeft zich geleidelijk daaraan ontworsteld. Zijn tekeningen, in rood krijt op dik papier, zijn zeer zeldzaam. De meeste tekeningen op zijn naam zijn van nabootsers.
Lit.: E. Meaume, Recherches sur la vie et les ouvrages de Jacques Callot (1860); O. Levertin, J. C. (Zweeds, Duitse vert.
Minden 1911), 2. Aufl.; H. Nasse, J. C. (1929); R.
Armand Weigert, J. C. Etude sur son oeuvre Gravé (Paris 1935); Catalogus van zijn gravures in 6 dln door Lieure (1925).