Turks generaal en staatsman (Smyrna 24 Sept. 1884), heette voorheen Moestafa Ismet Pasja. Na een militaire opleiding werd hij in 1903 luitenant bij de artillerie en in 1907 kapitein bij de Generale Staf.
Tijdens Wereldoorlog I streed hij aan het Syrische front. Wegens zijn verdiensten tot pasja verheven, commandeerde hij bij het sluiten van de wapenstilstand een legerkorps. Als gemeen soldaat vermomd ontvluchtte hij uit het door de Geallieerden bezette Constantinopel naar Angora en werd daar door de Grote Nationale Vergadering tot Chef van de Generale Staf benoemd. Kort daarop werd hij opperbevelhebber aan het Westelijke front, waar hij de Grieken wist te verslaan en ten slotte in zee te drijven.Hierna begon Ismets staatkundige loopbaan. In 1922 werd hij minister van Buitenlandse Zaken, in welke functie hij het volgende jaar zijn land vertegenwoordigde op de vredesconferentie van Lausanne. Met grote bekwaamheid kweet hij zich van zijn taak en hij wist vrijwel alle Turkse eisen ingewilligd te krijgen. In 1923 werd hij minister-president, welke functie hij met een onderbreking van enige maanden in 1924-1925, tot 1937 zou blijven bekleden. Al die jaren was hij de rechterhand van de president, Kamal Atatürk; krachtig bevorderde hij de modernisering van zijn land: het Kalifaat werd afgeschaft, het onderwijs gesaeculariseerd, de spoorwegen genationaliseerd en tot ontwikkeling gebracht. In 1934 nam hij, ingevolge een wet, die alle Turken gebood, een geslachtsnaam te kiezen, de naam Inönü aan, ter herinnering aan de zo geheten plaats, waar hij zijn eerste grote overwinning op de Grieken had behaald.
Zijn buitenlandse politiek was, vooral de eerste jaren, gebaseerd op vriendschap met de Sovjet-Unie. Op 27 Sept. 1937 trad hij af, maar toen Atatürk het volgend jaar overleed, werd Inönü op 11 Nov. 1938 met algemene stemmen tot president der Turkse Republiek gekozen. Tevens werd hij Atatürks opvolger als leider van de Republikeinse Volkspartij.
Gedurende Wereldoorlog II poogde president Inönü zijn land neutraal te houden. Toch woonde hij in Dec. 1943 een conferentie van Roosevelt en Churchill te Cairo bij. Begin 1945 verklaarde hij alsnog de oorlog aan Duitsland, ten einde Turkije’s positie in de Verenigde Naties te verzekeren.
In 1943 en in 1946 werd Inönü als president herkozen. Op 14 Mei 1950 echter leed zijn partij bij de verkiezingen voor de Nationale Vergadering een zware nederlaag tegen de Democratische Partij. Hij trad nu af en werd opgevolgd door de leider der Democraten, de oud-premier Djelal Bayar.