Russisch schrijver van Joodse afkomst (1894), debuteerde in 1916 in een door Gorki uitgegeven tijdschrift. Daarna zweeg hij zeven jaar.
In de revolutie streed hij als cavalerist onder Boedjonnyj, welke episode hem stof heeft geleverd voor verschillende novellen, waaronder de bundel De Roode Cavalerie (1927). Zijn scherpe opmerkingsgave, doch vooral zijn groteske stijl, maakten grote indruk, doch de verhalen ontlokten een protest van de zijde van Boedjonnyj. Een bundel verhalen Vertellingen (1925) speelt in het ghetto van Odessa.