Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

IJSGROTTEN

betekenis & definitie

zijn holen met bijzonder lage temperatuur, waarin het naar beneden druppelende water ijsstalactieten, ijsstalagmieten en ijskorsten vormt (z druipsteen). Men verdeelt de ijsgrotten in statische en dynamische.

In de eerste is op de plaatsen van ijsvorming geen luchtstroom aanwezig. In de dynamische ijsgrotten, windgrotten genoemd, is de luchtstroom de aanleiding van de afkoeling en de daarop volgende ijsvorming. De grootste ijsgrot van Europa is de Rieseneishöhle in het Dachsteingebergte. Andere bekende ijsgrotten zijn die in de Schwarzmoorkogel, Salzkammergut, de Grotte Casteret, Mt Perdu, Pyreneeën (Spanje), het Schafloch in den Rothorn in het kanton Bern, het Geldloch aan de Oetscher in Beneden-Oostenrijk en die in de Frauenmauer bij Eisenerz in Stiermarken (z grotten).

< >