(Sempervivum L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie van de Vetplanten of Crassulaceeën. Het onderscheidt zich door gele of rode, in schichten aan het einde van een onvertakte, dicht bebladerde bloemstengel staande, in alle 5 de bloemkransen 6-20-tallige bloemen en telt, hoofdzakelijk op Madeira en de Canarische Eilanden, in het mediterrane gebied en op de Alpen 75 soorten, deels kruidachtige planten met een vlezige bladrozet of anders heesterachtige vormen met zulke bladrozetten aan de einden der takken. De bekendste is S. tectorum L., het gewone huislook, ook huisloof, daklook, donderblad, Jupitersbaard (Barba Jovis) enz. geheten, een roodbloeiende soort van de Alpen en andere gebergten in Zuid-Europa met scherp toegespitste, slechts aan de rand gewimperde, grauwgroene bladeren in tot 15 cm brede rozetten en een kleverig-wollige, tot 30 cm hoge stengel, die sinds overoude tijden, naar men zegt reeds op bevel van Karel de Grote, in Nederland op muren en daken is aangeplant als vermeend middel tegen bliksem en allerlei kwalen, ook als groente.
De grote rozetten maken uitlopers, die tot kleinere rozetjes aangroeien, die overwinteren. De meeldraden van de binnenste krans vindt men soms alle veranderd in zaadknoppen dragende staminodiën. Vele soorten zijn sierplanten voor rotstuintjes, perkranden enz., zo S. arachnoideum L. (Spinneweb-huislook), een 5-12 cm hoog Alpenplantje met rode, 8-10-tallige bloemen en Sempervivum arachnoideum L. zeer lange, fijne, witte haren op de toppen der grauw-groene, hoogstens 2 cm brede rozetbladen, die deze als een spinneweb verbinden, dan de verwante, sneeuwwit behaarde S. tomentosum Schittsp., S. montanum L. (Berg-huislook), eveneens een Alpenplant, met klierachtig behaarde bladeren en violette, 12-16-tallige bloemen, enz. De struikvormende soorten, die zuidelijker voorkomen, op de Canarische eilanden, Madeira, in Marokko enz., zoals de goudgeel bloeiende S. arboreum L. en de zwavelgele bloemen dragende S. tabulaeforme Hw., kunnen in Nederland des zomers wel buiten staan, maar moeten vorstvrij overwinteren.
