hoogleraar in de economie (’s-Gravenhage 15 Dec. 1879 Groningen 4 Jan. 1939), studeerde te Leiden rechts- en staatswetenschappen en promoveerde in 1905 op proefschrift: Rechtspersoonlijkheid der Nederlandsche koloniën.
In 1913 werd hij docent aan de Rijks Hogere Land-, Tuinen Bosbouwschool te Wageningen en met de verheffing van deze instelling tot landbouwhogeschool in 1918 werd hij hoogleraar, doch kor t daar op benoemd tot hoogleraar voor Economie en Statistiek te Groningen. In de economie vertegenwoordigde hij de Oostenrijkse school en het liberalisme.
Bibl.: Handelingen over de Regeeringsreglementen Suriname en Curagao (1914); Ontstaan en ontwikkeling van het Staatsrecht van Curagao (1911); War Finances in the Netherlands 1918-1922, The Costs of the War, in opdracht van het Camegie Endowment for International Peace (1928), ook in het Frans verschenen als: Les Finances aux Pays-Bas k la fin de la guerre 1918-1922, éd. du Monde Nouveau (1931); De Theorie der Belastingen en het Ned. Belastingwezen (1930); Theor. Hist. Inleiding tot de Economie (i93i)i Leerboek der landhuishoudkunde, 2 dln (1936/38).