koning van ITALIE (926 Arles 10 Apr. 947), was van Karolingische afkomst, drong zich op als koning van Neder-Bourgondië in de plaats van zijn neef Lodewijk III en nam in g25 ook diens aanspraken over op Italië tegen Rudolf II van Opper-Bourgondië. Tot koning gekroond (926), verzoende hij zich met Rudolf, wie hij in 929 Neder-Bourgondië, in ruil voor Italië, afstond.
Hij trachtte nu (932) door een huwelijk met Marozia, dochter van Theodora, Rome en de keizerskroon te verkijgen, maar hij werd door Marozia’s zoon Alberich II verjaagd. Tegen zijn bestuur verhief zich in 945 de Lombardische adel onder Berengarius II van Ivrea en riep Otto I te hulp, voor wie Hugo vluchtte (947).Lit.: R. Poupardin, Le royaume de Bourgogne (Paris 1907).