Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HOUDAR DE LA MOTTE

betekenis & definitie

(of Houdart), ook genoemd Antoine La Motte-Houdart, Frans schrijver (Parijs 18 Jan. 1672 - 26 Dec. 1731), oorspronkelijk voorstander van de classicistische theorieën, werd later gewonnen voor de ideeën van Fontenelle, wiens denkbeelden hij verder ontwikkelde. Hoewel al vrij jong half verlamd en bijna blind, was hij in de Salons gaarne gezien om zijn geestigheid, zijn bescheidenheid, zijn vaardigheid in de discussie en zijn veelomvattende kennis.

In zijn ideeën is hij vaak zijn tijd vooruit, maar hij was vooral theoreticus en zijn eigen werk bleef op de tweede rang. Hij schreef fabels, oden, treurspelen, blijspelen, balletten, opera’s. Later werd hij tegenstander van de dichtkunst. In 1710 werd hij lid van de Académie française.Bibl.: Odes, avec un discours sur la poésie en général et sur l’Ode en particulier (1701, herdr. 1709); Fables (1709); Fables nouvelles (1719); Les Macchabées (bijbels treurspel, 1722); Romulus (1722); Inès de Castro (1723); Œuvres de théâtre avec plusieurs discours sur la tragédie (1730) ; Suite des réflexions sur la tragédie (1730; antw. op de Préface die Voltaire aan zijn Œdipe had laten voorafgaan) ; L’Iliade, mise en vers français (1714) ; vgl. hierbij Abbé de Pons, Lettre sur l’Iliade de La Motte (1714), die La M. bijvalt en Abbé d'Aubignac, Conjectures académiques (1715); die reeds het bestaan van Homerus in twijfel trekt; Réflexions sur la critique (1715); Œuvres (1754; 11 dln); Paradoxes littéraires de L. M., éd. Jullien (1859).

Lit.: D’Alembert, Eloge de La M., in: Histoire des membres de l’Académie Française (1787); P. Dupont, Un poète philosophe au commencement du XVIIIe siècle: H. de la M. (1898; goed en uitvoerig); G. Dost, H. de la M. als Tragiker u. dram. Theoriker (Leipzig 1910); A. Tallandini, A. H. de la M. à travers son œuvre et ses théories (Bologne 1921) ; J.

G. Robertson, Sourcesital. des paradoxes dram. de La M. in: Rev. de Litt. Comp. (1923) ; E. Dacier, Le premier livre illustré du XVIIIe siècle: les Fables de La M. et les vignettes de Claude Gillot, in: Les Trésors des Biblioth. II (1929), p. 1-14.

< >