Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Henry David LEVYSSOHN NORMAN

betekenis & definitie

Nederlands bewindsman (’s-Gravenhage 21 Juni 1836 - Rotterdam 7 Dec. 1892), promoveerde 31 Oct. 1857 te Leiden in de rechten. 18 Dec. 1869 werd hij Directeur van Binnenlands Bestuur in Ned.-Indië. Onder G.G.

Loudon tot Alg. Secretaris benoemd (4 Mrt 1873), stelde hij op Java en Madoera een onderzoek in naar de werking der agrarische verordeningen. Bij K.B. 27 Mei 1877 werd Levyssohn Norman tot Lid van de Raad van Indië benoemd, welk ambt hij, na een onderbreking wegens ziekte (1878-1881), tot 14 Febr. 1884 bekleedde. In Nederland teruggekeerd, koos Rotterdam hem Mrt 1888 tot lid van de 2de Kamer, waar hij als Indisch expert waardevolle adviezen uitbracht. Levyssohn Norman maakte zich ook verdienstelijk jegens het Bat. Gen. v. Kunsten en Wetenschappen en als een der eerste commissarissen van de „Koninklijke”.Lit.: N. P. v. d. Berg, in: Levensber. Mij v. Ned. Lett. (Leiden 1895); T. H. Der Kinderen, in: Eigen Haard (1893).

< >