Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Henri berr

betekenis & definitie

(Fernand) Frans geschiedfilosoof (Lunéville 1863), studeerde aan de Ecole normale supérieure te Parijs en verwierf in 1884 het diploma van agrégé-ès-Jettres. In 1899 promoveerde hij op een proefschrift met de programmatische titel: L’avenir de la philosophie.

Esquisse d’me synthese des connaissances fondées sur l’histoire. Onvermoeid heeft hij, in reactie tegen de onvermijdelijke specialisatie der wetenschappen, inzonderheid van de geschiedenis, aangedrongen op een synthese, die, meer op het algemene dan op het bijzondere de nadruk leggend en de feiten waarderend naar hun betrekking tot algemene problemen, aan de geschiedenis een hogere graad van ware wetenschappelijkheid zou geven. In 1900 stichtte Henri Berr de Revue de synthese (historique). Behalve in dit orgaan verkondigde hij zijn denkbeelden in de boeken: La synthèse en histoire (ig 11) en L’histoire traditionnelle et la synthèse historique (1921). In 1924 werd hij voorzitter van het door hem opgerichte Centre international de synthèse. Sinds 1920 verschijnt onder zijn leiding de belangrijke verzameling L’évolution de l’humanité: een wereldgeschiedenis in 100 dln, bestaande uit zelfstandige algemene geschiedenissen, door verschillende schrijvers, van bepaalde perioden, verschijnselen en aspecten der historie, bijeengehouden door voorwoorden, in ieder deel, van de redacteur. Zelf nam deze het schrijven van een kleine aanvullende reeks op zich: En marge de l’histoire universelle.Bibl.: L’Avenir de la philosophie; esquisse d’une Synthèse des Connaissances fondeés sur l’histoire (1899); La Synthèse en histoire (1911); Le Germanisme contre l’Esprit français. Essai de psychologie historique (1919) ; L’histoire tradionnelle et la Synthèse historique (1921); En marge de l’histoire universelle (1934); Le Mal de la Jeunesse allemande (1946).

Lit.: H. R. v. Salis, Die Idee der Geschichtssynthese in der französischen Wissenschaft, in: Philosophischer Anzeiger, II (I927-’28), blz. 434-457-

< >