is de naam van een oorspronkelijk zilveren munt, die in de 13de eeuw voor het eerst in Schwäbisch-Hall (vandaar de naam heller of haller) geslagen werd. Zoals bij de meeste uit de middeleeuwen stammende munten trad ook hier een geleidelijke muntverzwakking op.
In de 19de eeuw was de heller een koperen munt geworden. In Oostenrijk-Hongarije werd de heller bij de munthervorming van 1892 het honderdste deel van één kroon. Na het uiteenvallen van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie bleef de heller als pasmunt bestaan in Hongarije (in het Hongaars fillér geheten), waar 100 heller is 1 forint (vóór 1946 pengö), en in Tsjechoslowakije, waar 100 heller is 1 Tsjechische kroon (korund).