Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HELING

betekenis & definitie

De wetgever heeft ten onrechte het misdrijf van heling (een Middelnederlands woord voor verberging) geplaatst in de 30ste titel van het Strafwetboek, welke de naam van „begunstiging” draagt. De heler immers handelt gewoonlijk uit winstbejag en pleegt een vermogensmisdrijf, dat los staat van het handelen van bijv. de dief.

De Hoge Raad besliste dan ook eens dat, om heling als bewezen aan te nemen, niet behoeft te worden aangetoond dat daardoor het t.a.v. de geheelde goederen gepleegde misdrijf werd begunstigd. Wat gewoonlijk begunstigingsmisdrijf wordt genoemd is omschreven in art. 189 W. v. Str. Dit artikel stelt strafbaar hem die, hetzij iemand die een delict gepleegd heeft aan de arm der justitie helpt onttrekken, hetzij de sporen van diens misdrijf poogt te bedekken of te doen verdwijnen. Dit draagt dus een geheel ander karakter.Oudtijds vatte men heling niet op als een zelfstandig misdrijf, doch als een vorm van medeplichtigheid aan het delict, waardoor de voorwerpen verkregen waren.

Art. 416 W.v.Str., aangevuld bij de Wet van 7 Juni 1919, Stbl. 311 noemt thans heling het opzettelijk enig door misdrijf verkregen voorwerp kopen, huren, inruilen, in pand nemen, als geschenk aannemen, uit winstbejag verkopen, verhuren, verruilen, in pand geven, vervoeren, bewaren of verbergen. Deze opsomming omvat vrijwel alle handelingen welke met een door misdrijf verkregen voorwerp gedaan kunnen worden (behalve, naar de Hoge Raad in 1941 besliste, het in betaling aannemen). De heler kan gestraft worden met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar of een geldboete tot ƒ6000,—. Bovendien kan degene die opzettelijk voordeel trekt uit de opbrengst van een dergelijk voorwerp tot gelijke straffen veroordeeld worden.

Een volgend artikel schept de mogelijkheid zes jaar gevangenisstraf op te leggen aan de gewoonteheler, m.a.w. de persoon, die zijn werk er van maakt dergelijke handelingen te verrichten. Het misdrijf van heling, zoals het thans is geformuleerd, brengt derhalve mede, dat er een ander misdrijf aan vooraf moet zijn gegaan.

Bij dezelfde wet van 1919 werd een nieuw art. 417 bis ingevoegd om schuldheling strafbaar te stellen. In de practijk was gebleken, dat het opzet waarbij de heler moet weten, dat het goed van misdrijf afkomstig is, dikwijls moeilijk te bewijzen was. Ook bijv. het lichtvaardig kopen van dergelijke goederen, d.w.z. zonder een behoorlijk onderzoek in te stellen naar de herkomst er van, is hierdoor strafbaar, doch wordt lichter gestraft dan opzettelijk gepleegde heling, nl. met hechtenis van ten hoogste één jaar of geldboete tot ƒ6000,—.

MR DR J. J. WIJNVELDT ✝

Lit.: Noyon-Langemeyer, Het Wetboek van Strafr., 5de dr. (Arnhem 1949), dl III, blz. 384 v.v.; Simons-Pompe, Leerb. v. h. N ed. Strafr., 6de dr. (Groningen - Batavia 1941), dl II, blz. 171 v.v.

Het BELGISCH W.v.Str. voorziet de bestraffing van de heling onder de artt. 505-506. Zij die weggenomen, verduisterde of met behulp van een misdaad of van een wanbedrijf verkregen zaken, geheel of ten dele helen, worden gestraft met gevangenisstraf en geldboete. Bovendien kunnen zij worden veroordeeld tot ontzetting overeenkomstig art. 33 W.v.Str. (art. 505 W.v.Str.). De helers kunnen zelfs tot opsluiting worden gestraft in geval de op de dader van de misdaad toepasselijke straf de doodstraf of de levenslange dwangarbeid is, en het bewezen werd dat de helers, ten tijde van de heling, kennis hadden van de omstandigheden waaraan de wet hetzij de doodstraf hetzij levenslange dwangarbeid verbindt (art. 506 W.v.Str.).

Het strafwetboek gebruikt verder het begrip van de heling in verschillende andere gevallen. Zo zijn strafbaar:

1. zij die personen helen of doen helen, van wie zij weten dat zij wegens misdaad vervolgd worden of veroordeeld zijn (art. 339 W.v.Str.);
2. zij die het lijk van een gedode of van een ten gevolge van slagen of verwondingen gestorvene helen of doen helen (art. 340 W.v.Str.);
3. zij die een kind van minder dan volle zeven jaar oud helen of doen helen (art. 365 W.v.Str.);
4. zij, die in het belang van een gefailleerde zijn roerende of onroerende goederen geheel of ten dele wegmaken (verbergen of helen art. 490 W.v.Str.).

Ook op burgerlijk gebied brengt heling zeer belangrijke gevolgen mede. De erfgenamen, die zaken van de nalatenschap mochten verduisterd of geheeld hebben, verbeuren het vermogen de nalatenschap te verwerpen (art. 792 B.W.) oi onder voorrecht van boedelbeschrijving te aanvaarden (art. 801 B.W.) .Zij blijven zuivere erfgenamen, zonder daarenboven aanspraak te kunnen maken op enig aandeel in de geheelde of verduisterde goederen. Een gelijkaardige beschikking behelzen de artt. 1460 en 1477 die bepalen dat de weduwe, die zaken van de gemeenschap heeft verduisterd of geheeld, wordt verklaard in gemeenschap te zijn ondanks haar afstand (art. 1460 B.W.) wijl zij vervallen is van van haar aandeel in die zaken (art. 1477 B.W.). Dit laatste artikel geldt ook ten opzichte van de man.

MR W. DELVA