Duits geograaf en kartograaf (Berlijn 31 Juli 1818 - 21 Apr. 1899), vestigde onmiddellijk zijn roem met zijn eerste grote werk, een atlas van het oude Hellas en zijn koloniën (1841). In 1842 ondernam hij een reis naar Klein-Azië, waar hij zijn beroemdste verzameling kaarten ontwierp, waaraan hij tot zijn dood werkte, welke arbeid door zijn zoon Richard werd voltooid.
Hij was 1845-1852 verbonden aan het Geografisch Instituut te Weimar, terwijl hij in 1859 hoogleraar te Berlijn werd. Vele zijn de kaarten en atlassen, die onder zijn leiding zijn gemaakt.Bibl.: Atlas von Hellas und den hellenistischen Koloniën (18411846); Kleinasien 1 : 1000000 (1844) en 1 : 1500000 (1854); Carte générale de l’empire ottoman 1 : 1 500000 (1884); Atlas antiquus (1859); Lehrbuch der alten Geographie (1879).
Lit.: Partsch, H. K. (in: Geogr. Ztschr., VII, 1901).
