vóór 1919 Hedemarken geheten, ambt (of Fylke) in het Z. van Noorwegen aan de Zweedse grens, heeft op 27 484 km2 1946: 169 525 inw. Hoofdstad is Hamar.
Het omvat het stroomgebied van de Glommen en bezit op de oostelijke oever van het Mjösenmeer de vruchtbaarste korenlanden van Noorwegen; niettemin is slechts 3 pct der oppervlakte geschikt voor de akkerbouw. De hogere gedeelten zijn bedekt met wouden, die vooral sedert de aanleg van de Eidsvolder spoorweg worden geëxploiteerd. De Mjösen wordt bevaren. De voornaamste bergtop is de Solen (1788 m).