Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HAVIKSKRUID

betekenis & definitie

(Hieracium L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Samengesteldbloemigen (Composieten). Het telt op het noordelijk halfrond en in de Andes niet minder dan 400 soorten en onderscheidt zich door min of meer behaarde stengels en bladeren, door veelbloemige, meest gele, alleen uit lintbloemen bestaande hoofdjes met talrijke omwindselblaadjes en een bloembodem zonder stroschubben, voorts door bijna rolronde, geribde en afgeknotte, door een meest vuilwit vruchtpluis uit één rij meest brosse, enkelvoudige haren gekroonde vruchtjes. Tot de Nederlandse soorten behoren o.a.: langharig havikskruid of [i]muizenoor (H.

Pilosella[/i] L.), een plant met een rozet van gaafrandige, omgekeerd eivormige, langbehaarde bladeren met uitlopers en bloemstengels met een enkel lichtgeel bloemhoofdje aan de top, algemeen op zandgrond; spits havikskruid (H. Auricula L.), gelijkend op de vorige, maar tengerder, met blauwgrijs groene, minder behaarde bladeren en met 2-6 bloemhoofdjes, vrij algemeen op zanden heidegrond, maar niet in het N.; muurhavikskruid (H. murorum L.), met een rozet van meest grof getande bladen met een enigszins hartvormige voet, een enkel stengelblad en een pluim van hoofdjes met onbehaarde, doch met kliertjes bezette omwindsels, algemeen in de bossen van Limburg en het O. van Nederland; gewoon havikskruid (H. vulgatum Fr.), met een rozet van langwerpige, vlokkige, enigszins getande bladeren en minstens 2 stengelbladeren, algemeen in bosachtige streken; gevlekt havikskruid (H. maculatum Sm.), gelijkend op de vorige, maar met roodbruine vlekken op de bladeren en een komvormig in plaats van een kegelvormig omwindsel, algemeen op de diluviale zandgronden; schermhavikskruid (H. umbellatum L.), met een tot 1,20 m hoge stengel met talrijke zittende, lange, smalle, gave of zwak getande bladeren zonder rozetbladen en met een schermvormige bloeiwijze, algemeen op open en grazige zandgrond, op heiden en in de duinen; stijf havikskruid (H. laevigatum Willd. of tridentatum Fr.), gelijkend op de vorige, maar met bredere bladen met 3 grote tanden aan de rand, ook algemeen op droge gronden. Als sierplant wordt gekweekt oranje havikskruid (H. aurantiacum L.), behorend tot het Pilosella-type, maar met 2 of meer grote oranjerode bloemen op de stengel, een bergplant van Midden-Europa.

< >