is een muziekinstrument, waarbij de toon wordt voortgebracht door een reeks van metalen tongen. Zij geraken in trilling wanneer een luchtstroom uit een door de voeten van de speler gevulde blaasbalg met behulp van registerknoppen en een pianoklaviatuur langs de tongen wordt geleid.
Het harmonium maakt gebruik van zgn. doorslaande tongen, dat zijn tongen die een opening bijna afsluiten, maar toch door die opening heen en weer kunnen trillen. Het manuaal heeft een omvang vanEr zijn meestal 4 registerparen. Van ieder paar werkt er een op de toetsen van G tot e1 en de ander van f1 tot c5. Een van de registerparen is een 16-voetsregister (z orgel), klinkt dus een octaaf lager. Er is ook een registerpaar van 4 voet, dat dus een octaaf hoger klinkt. Door middel van de registers kan de omvang uitgebreid worden tot 7 octaven. De klanksterkte kan men beïnvloeden door het forte-register, door een kniezweller en door een expressieregister, dat het mogelijk maakt de toonsterkte te vormen door de druk van de voeten.
De geschiedenis van het instrument begint ca 1800 met experimenten door tal van personen en in tal van landen. Het eerste werkelijke harmonium is door A. Debain ca 1840 gebouwd. Sindsdien zijn er nog tal van technische verbeteringen aangebracht. Het instrument heeft vooral een plaats gevonden in de huiskamer als een surrogaatorgel voor uren van huiselijke wijding.
Lit.: O. Bie, Klavier, Orgel, Harmonium (1910); L. Hartmann, Das Harmonium (1913).