is een gemeente in de Belgische provincie Namen, op heuvelachtige kalk- en schieferbodem (944 ha, 189 m hoog); landbouw. Inw. (1949) 577.
De Lesse heeft in de kalkrotsen de beroemde druipsteengrotten gevormd, de grootste van Europa na de Adelsberger* grot in de Karst en de schoonste. De rivier verdwijnt in de kolk of „gouffre” van Belvaux, waar haar wateren de kalklaag hebben uitgeschuurd, om onder de grond een nieuwe bedding te vormen. Zij wordt in de grot bevaren; haar onderaardse loop is niet geheel bekend. De gangen van de grot zijn 5 km lang; de Koepelzaal is 120 m hoog, 140 m breed, 154 m lang. Sinds 1771 wordt de grot bezocht. In de nabijheid werden in 1902 vooren vroeghistorische woon- en begraafplaatsen, „marchets”, ontdekt en op Chession de resten van een Romeinse versterking.
LEO DE WACHTER
Lit.: Kickx et Quetelet, Relation d’un voyage fait k la grotte de Han (Bruxelles 1822); A. Wauters, Guide pittoresque du voyageur k la grotte de H. (Bruxelles 1841); Guide-album du voyageur a la grotte de H. (Bruxelles 1859).