Heilige (712), dochter van de H. Amalberga en zuster van de H.
Reinildis en de H. Emebertus, werd geboren in Brabant en wijdde haar leven, waarover verder niets bekend is, aan de liefdadigheid en het gebed. Zij ging gewoonlijk bidden in het kerkje van Moorsel bij Aalst (Oostvlaanderen). Zij werd begraven te Hamme, bij Assche, in Brabant, maar haar stoffelijk overschot werd daarna overgebracht naar Moorsel en ten slotte, in 1047, vertrouwde Balderik, graaf van Leuven (Lambertus II) haar gebeente toe aan de St Michielskerk, die later de Collegiale kerk van de HH. Michiel en Gudula, te Brussel, werd. De Beeldstormers verstrooiden het, doch haar cultus heeft niet opgehouden. Haar feestdag is 19 Jan.Lit.: Oude Vita (ca 1047) door Hubertus, monnik van Lobbes, in Acta Sanct. Belgii,dl V (1789), blz. 689 e.v.; L. van der Essen, Etude critique (1907), blz. 296-298. Verschillende studiën van M. P. R. Podevyn, vermeld in E. de.Moreau, Histoire de l’Eglise en Belgique, dl I (1945), blz. 198-200.