is de naam van een tweezaadlobbige plantenorde uit de grote afdeling der Choripetalen. Het zijn meest kruiden met regelmatige, 2-slachtige, 5-tallige bloemen, waarvoor geldt, dat de buitenste 5 meeldraden, soms tot staminodiën gereduceerd, soms zelfs verdwenen, vóór de kroonbladeren, de binnenste 5 voor de kelkbladeren staan (obdiplostemoon) en de meeldraden naar beneden dikwijls samenhangen, voorts dat de hokjes van het vruchtbeginsel hangende apotrope zaadknoppen bevatten, bij welke dus de micropyle naar boven en binnen is gekeerd, ten slotte, dat men er geen honigschijf in vindt, doch slechts klierachtige lichaampjes aan de basis van de buitenkant der meeldraden.
Hiertoe behoort een groot aantal bekende families, o.a.:
1. de Geraniaceeën (Ooievaarsbekachtigen), waarvan de voornaamste geslachten zijn: Geranium (ooievaarsbek), Erodium (reigersbek) en Pelargonium;
2. de Tropaeolaceeën met het geslacht Tropaeolum (Oostindische kers);
3. de Oxalideeën met de geslachten Oxalis (klaverzuring), Biophytum en Averrhoa;
4. de Linaceeën met de geslachten Radiola (dwergvlas) en Linum (vlas);
5. de Balsaminaceeën met het geslacht Impatiens (springzaad). Men zie verder de afzonderlijke families.