Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

GROOTEGAST

betekenis & definitie

is een gemeente in het W. van Groningen, 6590 ha groot met (1950) 8580 inw. (van wie in 1947 92 pct Prot. en 8 pct andersdenkenden). De bodem bestaat gedeeltelijk uit zand, waarop vroeger hier en daar hoogveen lag, gedeeltelijk uit klei en laagveen.

Landbouw en veeteelt zijn de hoofdmiddelen van bestaan; grasland neemt 64 pct, bouwland 36 pct van de oppervlakte cultuurgrond in. Ook is er enige zuivelindustrie. Tot de gemeente behoren o.a. de dorpen Grootegast (1950: 1570 inw.), Doezum (1415 inw.), Lutkegast (1145 inw.), Opende (2550 inw.), Kornhorn (700 inw.) en Sebaldeburen (880 inw.) en het oostelijk deel (320 inw.) van het dorp Stroobos.

< >