verhouding van traagheids- tot wrijvingskrachten in een stromend medium. Beschouw een element van dat medium met de afmetingen dx dy dz. De massa daarvan bedraagt ρ dx dy dz; ρ = massa per volume-eenheid.
De snelheid van het deeltje in de x-richting zij V. De versnelling dVIdt = dV|dx. dx|dt = V dV/dx. De traagheidskracht per volume-eenheid bedraagt dus: ρ V dV/dx, waarvoor men uit dimensie-overwegingen de hiermede evenredige grootheid stelt: ρV2/L als V een voor het stromingsveld kenmerkende snelheid en L een kenmerkende lengte-afmeting is.Anderzijds is de door de wrijving opgewekte kracht op een volume-element dx dy dz gelijk aan η dx dy dz.(d2V/dy2), als η de viscositeit* is. Verandert nl. de snelheid, als men in de richting van y gaat, dan ondervinden de twee zijvlakken, loodrecht op y, beide een schuifspanning, de resultante is het aangegeven bedrag. Per volume-eenheid is dit η (d2V/dy2) Ook voor deze uitdrukking kan men uit dimensie-overwegingen de hiermede evenredige grootheid stellen: η V/L2 (met V en L in dezelfde betekenis als hiervoor).
Mechanische gelijkvormigheid vereist nu dat de verhouding van traagheidskracht ρ V2/L en wrijvingskracht η V/L2 in beide gevallen gelijk is, dus ρ L/η = V L/v (v = η/ρ = kinematische viscositeitscoëfficiënt). Deze (dimensieloze) verhouding is het getal van Reynolds, Re. Men moet een afspraak maken wat men in een gegeven geval onder V zal verstaan: bij de stroming door een buis is deze de gemiddelde snelheid door die buis, bij de stroming om lichamen de relatieve snelheid. Dienovereenkomstig neemt men voor de karakteristieke lengte L bij de stroming door buizen de buisdoorsnede, bij de stroming om lichamen een lengteafmeting (doorsnede van een bol, koorde van een vliegtuigdraagvlak enz.). De physische grootheid v is voor verschillende stoffen bekend.