Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEORGIË

betekenis & definitie

Russische socialistische Sovjet-republiek, omvat het westelijk, tevens het belangrijkste deel van Trans-Kaukasië. Gelegen in het diepe dal tussen de Grote Kaukasus ten N. en de Kleine Kaukasus en het Armeense gebergte ten Z., de Zwarte Zee ten W., beslaat de republiek een oppervlakte van 76 200 km2.

Van de (1939) ruim 3,5 mill. zielen tellende bevolking is ca 2,5 mill. in de steden gevestigd. Georgië, in het Russisch Groesia (of Grusinië) heet bij de inheemsen Sakartwelo (Kartalinië), bij de Antieken Iberia, bij de Byzantijnen Georgia en in het Perzisch en Turks Goerdsjistan, in het Armeens Wrastan. Thans heet het bij de Georgiërs Kartwelische Vrijstaat (Sakartwelos Respublica); in het Sovjet-verband is de republiek echter opgenomen als Groesinische Socialistische Sovjet-staat, kortweg Groesië (Grusië) genoemd. Georgië grenst ten N. aan het gewest van de Kaukasische bergvolken, ten Z. aan Armenië en aan Turkije, ten W. aan de Zwarte Zee en ten O. aan Azerbeidsjan.

Het omvat tevens de autonome S.S. Rep. Abkhazië (hoofdstad Soekhoem), de autonome S.S. Rep.

Adsjarië (hoofdstad Batoem) en het autonome gebied van Zuid-Osseten (hoofdplaats Stalinir). Georgië bevat, ofschoon minder uitgebreid dan voorheen, de landschappen Kasjeth, Karthil, Kartalinië (Kardoek), Imeretië, Mingrelië en Goerië, waarvan de eerste drie het eigenlijke Georgië uitmaken. De eigenlijke Georgiërs maken ongeveer het tweederde deel van de bevolking van de republiek uit, Armeniërs 10 pct, terwijl Osseten, Russen, Oekrainiërs, Grieken, Joden, Abkhaziërs en Adsjariërs het overige deel vormen. De liederen en dansen van de Georgiërs genieten een grote bekendheid.De rivieren monden deels in de Kaspische Zee, voor het merendeel echter in de Zwarte Zee uit. Van de waterlopen is de Koera (Kyros), die de Aras (Arasces) opneemt en uitmondt in de Kaspische Zee, bevaarbaar; de Rion (Phasis) mondt in de Zwarte Zee uit. De in het algemeen snelstromende rivieren bezitten een groot potentieel aan waterkracht, die in toenemende mate aangewend wordt en die de sleutel vormt tot de industriële ontwikkeling van dit gebied.

Het subtropisch klimaat, reden waarom het gebied ook wel „tropisch Rusland” wordt genoemd, brengt met zich dat een grote verscheidenheid van gewassen kan worden geteeld. Drie hoofdIandbouwgordels zijn te onderscheiden:

a. het vochtige sub-tropische deel langs de Zwarte Zee, waar vooral thee, citrusvruchten, de tungboom, eucalyptus, bamboe en uitmuntende tabak geteeld worden;
b. Imeretië (Koetaisgebied), waar zijdewormcultuur en druiventeelt de voornaamste cultures zijn;
c. Kakhetië, het gebied langs de Alazani, een zijrivier van de Koera, bekend door zijn boomgaarden en zijn wijnen. Meer dan 1 millioen hectaren zijn als landbouwgrond in gebruik, waarvan in 1946 thee 51 532 ha, wijngaarden meer dan 70 000 ha, tabak bijna 21 000 ha, citrusvruchten meer dan 18 000 ha. In 1947 omvatte de veestapel 1,5 mill. runderen, 600 000 varkens en 2 millioen schapen en geiten. Georgië bezit uitgestrekte bossen, die waardevolle houtsoorten bevatten.

De voornaamste tak van mijnbouw is de winning van mangaan; de totale hoeveelheid van dit erts in Georgië wordt op 250 mill. ton geraamd, liggend in een gebied van 140 km2. Bijzonder groot is het voorkomen in de Tsjiatoeristreek. Steenkolen worden gedolven bij Tkvarcheli (voorraad geschat op 250 mill. ton) en bij Tkviboeli (80 millioen ton); steenkolen worden o.a. gebruikt voor de vervaardiging van calciumcarbid. De bodem levert tevens nog bariet (de beste uit de Sovjet Unie), vuurvaste en andere kleisoorten, diatomeeënaarde, schalie, olie, goud, agaatsteen, marmer, cement, albast, ijzeren andere ertsen, natuursteen, arsenicum, molybdeen, wolfram en kwikzilver; tevens is de aanwezigheid van goud geconstateerd.

Het mangaanerts (60 pct metaal) wordt bij de mijnen en bij Poti gezuiverd en vervolgens naar het overige Rusland (vooral naar de Oeral) getransporteerd. Ijzer en staal worden in de te Tbilisi (Tiflis) gevestigde bedrijven vervaardigd. In laatstgenoemde stad, de hoofdstad (1939): 519 175 inw., wordt zijde gesponnen en geweven en worden wollen gebreide goederen en wollen kledingstukken vervaardigd, evenals chemische producten, films, plantaardige oliën (katoenen sesamzaad), margarine en machines voor oliewinning. Tbilisi is tevens een cultureel centrum voor de Georgiërs; de stad kan bogen op een universiteit en een in 1941 gestichte academie voor Wetenschappen.

Batoem is de beste haven aan de oostkust van de Zwarte Zee; de haven is het eindpunt van de pijpleiding, die de petroleum van de Kaspische Zee (Bakoe) via Tbilisi naar de Zwarte Zee voert.

Het spoorwegnet, gedeeltelijk geëlectrificeerd, heeft een lengte van 9650 km. De hoofdlijn van Bakoe via Tbilisi naar Batoem heeft verscheidene smalsporige taklijnen o.a. naar de steenkolenmijnen van Tkhiboeli, naar de ten N. van Batoem gelegen havenstad Poti, naar de mangaanmijnen van Tsjiatoeri, naar de minerale bronnen van Borjom en het Kurort Bakoeriani, naar de steden Signakh en Telavi en via het steenkolengebied van Alverdi naar de Armeense grens. H. A.

BOMER

Lit.: S. Beridzé, Bibliographie franc. de la Géorgie du XlIIe au XXe siècle (1932); J. Lehmann, Prometheus and the Bolsheviks (i937) ï 11Tutaeff, The Soviet Caucasus (London 1942).

< >