Engels ingenieur (Wylam-on-Tyne, bij Newcastle, 8 Juni 1781 Chesterfield 12 Aug. 1848), klom van gewoon machinist op tot directeur van de grote steenkolenmijnen van lord Ravensworth bij Darlington en vervaardigde in 1814 de eerste locomotief voor de steenkolenmijnen te Killingworth. In 1825 werd naar zijn aanwijzing de eerste spoorweg tot vervoer van personen aangelegd tussen Stockton en Darlington.
De aanleg van de spoorweg van Liverpool naar Manchester in 1829 maakte hem beroemd. Zijn voor deze spoorweg gebouwde locomotief, de „Rocket”, trok vijf keer haar eigen gewicht en legde 14-20 Engelse mijlen per uur af. Van die tijd af leidde hij de aanleg der voornaamste spoorwegen in Engeland, waarvoor hij tevens locomotieven vervaardigde, evenals voor Amerika en het vasteland van Europa. Tegelijk met Davy construeerde hij een veiligheidslamp voor mijnen (1815). Zijn zoon Robert (Willington Quay, Northumberland, 16 Oct. 1803-Londen 12 Oct. 1859) zette het werk van zijn vader voort doch is vooral bekend geworden als bouwer van bruggen (Britanniabrug over het Menaikanaal, 1846-’50).Lit.: S. Smiles, The Life of S. (London 1857, Ned. vert. d. A. Winkler Prins, 1864); Idem, Lives of the Engineers, III (London 1862, herdr. 1905, over vader en zoon); G. Biedenkapp, G. S. und die Vorgeschichte der Eisenbahnen (Stuttgart 1913); J. G. H. Warren, A Century of Locomotive Building by R. S. and Co., 1823-1923 (Newcastle 1923); A. L. Barrett, G. S., Father of Railways (1948).