Viscount Goschen of Hawkhurst (Londen io Aug. 1831 7 Febr. 1907), stamde van Duitse ouders, die zich te Londen hadden gevestigd. In 1856 benoemd tot directeur van de Bank van Engeland, maakte hij zich bekend door zijn werk The theory of foreign exchanges (1861).
Hij werd afgevaardigd naar het Parlement, in 1865 benoemd tot vice-president van de Board of Trade en in 1866 kanselier van het hertogdom Lancaster, zodat hij zitting en stem kreeg in het Kabinet. Gedurende het 1ste ministerie-Gladstone (1868-1874) werd Goschen belast met de zorg voor het armbestuur. Hier bracht hij veel nuttige hervormingen tot stand. Hij werd in Mrt 1871 eerste Lord der Admiraliteit.
Vervolgens voerde hij met de Fransman Joubert in Egypte contrôle over de Egyptische financiën. In 1878 vertegenwoordigde hij Engeland op het muntcongres te Parijs en verzette zich met kracht tegen een verandering in de Engelse muntvoet. In 1880 ging hij als gezant naar Constantinopel tot regeling der Griekse grenskwestie. Na zijn terugkeer in 1881 bestreed hij Gladstone’s Home-Rule-politiek.
Ten slotte was hij Lord-kanselier in het conservatieve ministerie-Salisbury (1886-1892). In het derde kabinet-Salisbury was hij van Juni 1895 Sept. 1900 eerste Lord der Admiraliteit. Na zijn aftreden werd hij tot Viscount verheven en lid van het Hogerhuis. Zijn voornaamste werk is de conversie der Engelse staatsschuld.
Na 1903 bleef hij overtuigd vrijhandelaar en verzette zich heftig tegen Chamberlain’s nieuwe tariefpolitiek. Hij schreef ook: The life and times of G. J. Göschen, publisher and printer of Leipzig (1903)-Lit.: A. D. Elliot, Life of Lord Goschen (2 dln, 1911).