Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

George GORDON

betekenis & definitie

(Londen 26 Dec. 1751 Londen 1 Nov. 1793), zoon van hertog Cosmo George, is bekend als de aanstichter van een oproer in de straten van Londen in 1780 (Gordon-riots). Eerst was hij zee-officier en vervolgens onderscheidde hij zich in het Parlement als een heftig ijveraar tegen de R. K., terwijl hij, na de aanneming der Tolerantiewet in 1778, een „Protestantse Vereniging” stichtte.

Een door hem bij het Parlement ingeleverd verzoekschrift tot opheffing dier wet werd van de hand gewezen en nu begon het grauw, door hem aangezet, in verschillende stadswijken de huizen en kapellen der R.K. te verwoesten. Animositeit tegen geïmmigreerde goedkope Ierse arbeidskrachten was hierbij mee in het spel. 6 Juni trokken de oproerlingen naar Newgate, staken er de openbare gebouwen in brand en stelden 300 gevangenen in vrijheid. De volgende dag werden de gevangenissen van Kings Bench en Fleet opengebroken; vier gevangenissen en 70 huizen gingen in vlammen op. Eerst 8 Juli liet de regering de opstand, door 15 000 soldaten, dempen.

Gordon werd in hechtenis genomen en van hoogverraad beschuldigd, maar vrijgesproken, omdat het geoorloofd was verzoekschriften met een grote volksmenigte in te leveren. Hij werd in 1786 door de bisschop van Canterbury wegens smaad in de ban gedaan en in 1787 beschuldigd van smaadschriften tegen de Franse koning en het Engelse recht; naar Holland gevlucht werd hij uitgeleverd op Frans verzoek en in Engeland opgesloten, in Newgate, waar hij echter een vrolijk leven leidde. Later werd hij te Birmingham opnieuw gevangen genomen; hij overleed in de kerker. Kort vóór 1787 was hij tot de Joodse godsdienst overgegaan.Lit.: Rob. Watson, The Life of Lord G. G., with a philosophical Review of his Political conduct (1795).

< >