Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GEESTGRONDEN

betekenis & definitie

Geest noemt men in de Noordduitse laagvlakte die hogere streken, waar de bodem uit zand bestaat en waar, voor zover deze niet ontgonnen is, de heide groeit. In Nederland gebruikt men de naam geest of gaast ook wel voor zulke zandgronden, doch is de naam langzamerhand in het spraakgebruik beperkt geworden tot de strook zand op het vasteland van Holland onmiddellijk achter de duinen en van A.P tot 2 m boven A.P. gelegen; dus een weinig hoger dan het daaraan grenzende veen.

Dit zand behoorde eenmaal tot de schoorwal der wadvlakte, waarop veen ontstond en waarop aan de buitenzijde door opwaaiing duinen werden gevormd. Hier en daar is het zand der geestgronden dus over het aangrenzende veen gestoven.Die geestgronden vormen in Holland een eigenaardig bodemtype. Door hun hogere ligging zijn zij voor een deel niet in polders gelegd, maar wateren zij als boezemland op natuurlijke wijze op de boezems af; door hun hogere ligging waren zij ook reeds vroeg vrij dicht bevolkt; reeds de Romeinen hadden er nederzettingen (Forum Hadriani); de graaf vestigde er later zijn kastelen of residenties (bijv. ’s-Gravenhage) en ook de bekendste adellijke geslachten bezaten er kastelen: Naaldwijk, Wassenaar, Poelgeest, Brederode, Egmond, Bergen enz. De geestgronden dragen, behalve in het Westland, veel bos — ofschoon vroeger meer dan tegenwoordig — zoals het Haagsche Bosch, Haarlemmerhout enz. Zij worden vooral gebruikt voor warmoezerij, aardappelteelt en nog meer voor bloembollenteelt.

< >