zingbare strofe, is een bij de Indiërs zeer bekend letterkundig begrip. In de oudste literatuur van Brahmanisme en Boeddhisme, vooral dan in de zgn.
Jâtaka-verhalen (geboorteverhalen van Boeddha), zijn gâthâ’s die zinnen, die temidden van het verhalend proza de hoofdzaak of de moraal van de geschiedenis in kernachtige verzen uitdrukken. Het is zeer waarschijnlijk dat deze gatha’s, die een algemeen geldende waarde hebben en soms weinig specifiek boeddhistisch aandoen, ontleend zijn aan een oudere laag van Indische dichterschap en omwille van hun bekendheid werden ingelast. In de Avesta worden eveneens de oudste metrische delen gatha’s genoemd en beschouwd als de echte uitspraken van Zarathoestra. Terecht veronderstelt Bartholomae dat zij een samenvatting zijn in kernachtige en gemakkelijk te onthouden verzen van een voorafgaande uitvoerige prediking in proza.
De gatha’s zijn van zeer grote betekenis voor de kennis van de oudste literatuur en de enige bron voor de oudste godsdienstige denkbeelden uit de leer van Zarathoestra.H. VAN LOOY
Lit.: M. Winternitz, Gesch. d. Indischen Lit. I—III (Leipzig 1907-1922); Chr.
Bartholomae, Die Gatha’s und heiligen Gebeten des altiranischen Volkes (Halle 1879); H. Reichelt, Awestisches Elementarbuch (Heidelberg 1909); M. W. Smith, Studies in the syntax of the Gathas of Zarathusthra together with text, translation and notes (Philadelphia 1929, Language Dissertations IV); J.
Duchesne-Guillemin, Zoroaster, Etude critique avec une trad. des Gatha (Paris 1948).