Engels theosofisch voorman (Surrey 1878), ging op uitnodiging van Annie Besant naar Brits-Indië, waar hij optrad als hoofd van het opvoedkundig instituut Central Hindoo College. Daarna was hij in dienst van den maharadja van Kasjmir om het onderwijs te hervormen en werkte met de nationale leiders in Brits-Indië samen tot het organiseren van een campagne voor Dominion Status.
In 1920 huwde hij met een Hindoe-vrouw uit de hoogste kaste en trad als minister van onderwijs in dienst bij een Indisch vorst. Hij trad in 1925 toe tot de Vrije Katholieke Kerk en werd benoemd tot bisschop van Brits-Indië en Australië. In het volgende jaar werd hij gekozen tot algemeen secretaris van de Theosofische Vereeniging in Australië en stichtte er het Theosofisch Radio-Zendstation. Na een reis door Amerika, Europa en Indië begon hij in 1929 in Australië een beweging voor sociale hervormingen, zich ten doel stellende het welzijn van Australië te stellen boven de partijstrijd. In de Theosofische Vereeniging, waarvan hij sedert 1895 lid is, heeft hij zich onderscheiden, o.a. als particulier secretaris van Annie Besant. Hij was ook in 1911 een der stichters van de Orde van de Ster in het Oosten.
