Zweedse romanschrijfster (Tuorla gard, bij Abo, 17 Aug. 1801 -Arsta. bij Stockholm, 31 Dec. 1865), kreeg een strenge, wat al te methodische opvoeding In 1828 publiceerde zij anoniem het eerste deel van Teckningar utur vardagslivet (Schilderingen uit het dagelijks leven), dat dadelijk de aandacht trok. Aangemoedigd door het succes zette zij haar literaire werkzaamheden voort en beschreef in een reeks romans, veelal in briefvorm, het Zweedse familieleven.
Haar kunst kan beschouwd worden te behoren tot het burgerlijk realisme, maar heeft hier en daar een sterk romantische inslag.DRP.M. BOER-DEN HOED
Bibl.: Familjen H. (1831, de eerste Zweedse familieroman); Presidentensdöttrar (De dochters van de president, 1834); Grannarnc (De buren, 1837); Hemmet (f839); Syskonliv (Leven van broers en zusters, 1848); England (1851); Hemmen i nya vürlden (Familieleven in de nieuwe wereld, 1853—1854); Hertha (1856, een tendenzroman op het gebied der vrouwenemancipatie, als kunstwerk echter waardeloos); Lifvet i gamla vürlden I—III (Het leven in de oude wereld, 1860—1862); bloemlezing: Samlade Skrifter i urval (6 dln, 1869-1872).
Lit.: brieven: K. Johanson en E. Kleman, Fr. Br.’s Brev (4 dln, 1915-1920); S.
Ek, Fr. Br. (1912); E. Kleman, Fr. Br. (1925).
