Ritter, Duits admiraal (Weilheim, Boven-Beieren 13 Sept. 1863 - Altona 25 Mei 1932), werd in 1881 tot adelborst benoemd. Bij het uitbreken van Wereldoorlog I voerde hij het bevel over de verkenningsafdeling van de „Hochseeflotte” welke tot taak had door snelle offensieve stoten, onderdelen van de Britse vloot in de buurt van de Duitse hoofdmacht te lokken.
Tot dat doel bombardeerde hij van 1914-1916 met zijn slagkruisers enige malen havens aan de oostkust van Engeland (Yarmouth, Hartlepool, Lowestoft) en wist zich daarbij telkenmale, o.a. bij het gevecht op de Doggersbank op 24 Jan. 1915, op bekwame wijze aan de vervolging te onttrekken. In de slag bij Jutland (31 Mei/i Juni 1936) commandeerde von Hipper de Duitse voortocht en toonde zich met zijn zwakker eskader meer dan opgewassen tegen de Britse schepen onder vice-admiraal Beatty*, die in korte tijd drie slagkruisers verloor. In 1918 volgde Hipper admiraal Scheer op als bevelhebber der „Hochseeflotte”. Tot een actie is het onder zijn leiding niet meer gekomen.Lit.: v. Waldeyer-Hartz, Fr. v. H. (1933).