Spaans lyrisch dichter (Alcala de Henares 1536 - 1617?), begaf zich al vroeg naar Italië, waar hij zich aan de studie van de letteren wijdde. Voor Karel V en Philips II vervulde hij diplomatieke opdrachten te Rome.
In 1597 bezocht hij de Nederlanden. Zijn laatste levensjaren bracht hij in zijn geboorteplaats door, waar de waardige hidalgo zich zeer in de achting van zijn medeburgers mocht verheugen. Hij hield zich toen niet meer met de dichtkunst bezig, maar met „studies die beter bij zijn leeftijd pasten”. Op zijn sterfbed beval hij dat al zijn werken verbrand moesten worden. Slechts een 70 gedichten werden gered en in 1626 te Lissabon uitgegeven. Ook in onze tijd zijn er nog verzen van hem teruggevonden.
Groot bewonderaar van Garcilaso*, dichtte Figueroa ook in Italiaanse trant. Het Italiaans beheerste hij dermate dat hij wel verzen in die taal schreef. Zijn Canciones zijn opgedragen aan Fili. Hij zelf noemt zich Firsi in zijn pastorale zangen.Bibl. (teksten): Obras, facsimile v. d. uitg. van 1626 door A. M. Huntington (New York 1903); R. Foulché-Delbose, Poésies inédites de F. de F., in de Rev. Hisp., t. XXV (Paris 1911), blz. 3Ï7-344; Poesias, uitg. d.
A. G. Palencia, in de Bibl. esp. (1943).
Lit.: R. Menéndez Pidal, Observaciones sobre las poesias de F. de F. (con varias composiciones inéditas), in d. Bol. de la Real Ac. Esp., t. II (Madrid 1915)» blz. 302-340 en 458-496; E. Mele en A.
G. Palencia, Notas sobre F., in: Rev de fil. esp. (1941).
