Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

FOULING

betekenis & definitie

is de oorspronkelijk Engelse, thans wel internationale benaming voor het verschijnsel, dat scheepswanden onder de waterlijn langzamerhand begroeien met een laag van vastzittende (zgn. sessiele) organismen, zoals zeepokken, eendenmossels, schelpdieren (bijv. mossels), kokerwormen, wieren. Fouling maakt de schepen zwaarder door de kalkafzettingen van genoemde organismen; de dikte van de laag organismen kan 10 cm en meer bedragen, het gewicht kan bij grote zeeschepen en in extreme gevallen 10 ton en meer bedragen.

Erger is het nadeel, dat door de ruwe oppervlakte van de aangegroeide laag (zeepokken) de weerstand van de scheepswand ten opzichte van het water sterk stijgt, met als gevolg kleinere snelheden en hoger brandstofverbruik.Verminderde vaarsnelheid betekent verlies aan tijd, dus minder vaarten per jaar, meer kosten aan brandstof en aan gages, meer kans op bederf van lading (kapitaalverlies), terwijl meer fouling ook meer dokkosten betekent. Fouling is nl. één der redenen, waarom schepen geregeld in het dok moeten. Soortgelijke overwegingen gelden ook voor oorlogsbodems. De strategische waarde van een oorlogsschip wordt nl. bepaald door de tijd, dat het in gevechtsklare toestand is. Het al of niet in het dok zijn van een kapitaal schip kan verstrekkende gevolgen hebben, terwijl ook aan het opereren van vloten en duikboten ver van de vlootbasis door fouling zekere beperkingen worden opgelegd. Een voorbeeld is de nederlaag van het Baltische eskader in de Straat van Tsoesjima (z Russisch-Japanse oorlog), welke door ingewijden vnl. wordt toegeschreven aan de geringe snelheid en onvoldoende manoeuvreerbaarheid van de Russische schepen als gevolg van fouling.

De successen van de Amerikaanse vloot in de Pacific tijdens Wereldoorlog II zijn voor een groot deel te danken aan het feit, dat de Amerikanen een zeer afdoende bestrijdingsmethode tegen fouling bezaten, terwijl de Japanners dit voordeel niet hadden.

Men heeft reeds zeer lang gestreefd naar middelen om fouling te bestrijden. De gebruikelijke en vermoedelijk de beste methode is het bedekken van de scheepswand onder de waterlijn met een laag speciale verf, „anti-fouling” genaamd. Deze verflaag wordt over de roestwerende en eventueel andere verflagen aangebracht en dient eigenlijk alleen als bindmiddel voor een biocide, dat zeer langzaam wordt uitgeloogd en dus de tere kiemen en larven van de fouling-vormende organismen onmiddellijk na de vasthechting op de scheepswand doodt en vóór zij zich kunnen ontwikkelen. Het is gebleken, dat op de duur bepaalde koper- en kwikverbindingen (of combinaties van deze) de beste anti-fouling-werking vertonen. De meeste anti-fouling-composities zijn fabrieksgeheim of zelfs maritiem geheim.

DR A. D. J. MEEUSE

< >