Prins, graaf van Acquasparta (Rome 13 Mrt 1585 - Acquasparta 1 Aug. 1630), richtte reeds op 18-jarige leeftijd een der oudste en beroemdste academies op, de Accademia dei Lincei (1603) [z academie, Italië). Een Hollander inspireerde hem: de medicus Johannes Eckius (Giovanni Ecchio) uit Deventer.
Zijn eerste medeleden waren Francesco Stelluti en Anastasio de Filiis. Ondanks het verzet van een lastige vader slaagde Cesi er in, zijn academie tot bloei te brengen. Hij stelde zijn kasteel, zijn middelen en al zijn energie te harer beschikking. Vooral toen na 1609 vele beroemde mannen lid werden, trad de Accademia Lincea meer op de voorgrond.
Haar naam ontleende zij aan de scherp-ogige lynx. Met zijn dood in 1630 sluimerde de academie in, tot in 1745 (tot ca 1755) haar te Rimini nieuw leven werd ingeblazen door Giovanni Bianchi (Academia Lyncea Ariminensis restituta). Een nieuwe herleving had plaats in 1801: Nuovi Lincei. In 1847 werd de academie „Pontificia” (pauselijk) en in 1870 „Reale” (koninklijk).
Mussolini hief haar op, doch in 1945 is zij in ere hersteld.Cesi moest om gezondheidsredenen afzien van zijn plan tot de uitgave van een „Theatrum totius naturae”. Een deel werd echter gedrukt als „Tabulae Phytoscopiae” (1628-1651). Men mag dit werk, waarin voor het eerst sprake is van een natuurlijk plantensysteem, beschouwen als een der fundamenten van de moderne botanie.
DR H. ENGEL
Lit.: B. Odescalchi, Mem. histor.-crit. dell’ Acc. dei Lincei (1806); D. Carutti, Breve storia dell’ Accad. dei Lincei (1883); C. Gabrieli, in: Mem.
R. Acc. Lincei, s. 6 a, I—II (1925-’26) en in: Nuova Antologia, Aug. 1930.