Duits schrijver (Berlijn 23 Febr. 1899), promoveerde in de letteren en was enige jaren redacteur van het Leipziger Tageblatt. Hij trad te Berlijn al jong met satirisch-polemische gedichten op de voorgrond en schreef verschillende, spoedig geliefd geworden kinderboeken.
Aldra raakte hij in conflict met het opkomende nationaal-socialisme. Zijn boeken werden als onvaderlandslievend en immoreel verbrand. In 1933 was hij genoodzaakt Duitsland te verlaten. Na Wereldoorlog II vestigde hij zich als journalist te München, waar hij ook de teksten schrijft voor het cabaret Die Schaubude. Vooral een gedeelte van zijn lyriek is belangrijk en typerend voor de geesteshouding der „Nieuwe Zakelijkheid”. Hij is een van de scherpste en meest gevreesde satirische dichters van deze tijd.Bibl. (voorn, werken): Herz auf Taille (ged. 1928); Ein Mann gibt Auskunft (ged. 1929), Lärm im Spiegel (ged. 1930); Emil und die Detektive (1931); Fabian (1931) Ï Gesang zwischen den Stühlen (1932); Pünktchen und Anton (1936); Die verschwundene Miniatur (1936) 5 Lyrische Hausapothek (1936); Till Eulenspiegel (1939); Der tägliche Kram, Chansons und Prosa 1945/48 (1949).