markies, maarschalk en pair van Frankrijk (Parijs 23 Oct. 1766 St-Etienne - 29 Mei 1847), werd in 1783 officier bij de garde du corps, in 1792 kolonel bij het dragonderregiment-Condé, in hetzelfde jaar brigade-generaal en in 1794 divisiegeneraal. Daar hij tot de adel behoorde, moest hij afstand doen van zijn waardigheid, die hem na 9 Thermidor weder werd toegekend.
Hij maakte de voornaamste veldtochten van Napoleon mede. Gedurende de veldtocht naar Rusland (1812) voerde hij bevel over een der drie korpsen cavalerie en bij de terugtocht had hij het opperbevel over het „Bataillon sacré”, gevormd uit officieren. Na de 1ste Restauratie werd hij op nonactiviteit gesteld. Napoleon stelde hem, na zijn terugkomst van Elba, aan het hoofd der reserve-cavalerie van het Noorderleger. Na de slag bij Ligny ( 16 Juni 1815) gelastte de keizer hem Blücher te vervolgen en diens verbinding met Wellington te beletten. Hij liet zich door Blücher’s achterhoede te Wavre ophouden en weigerde beslist naar Waterloo op te rukken.
Napoleon leed er dientengevolge de nederlaag (18 Juni). Na de 2de Restauratie in de ban gedaan, vestigde hij zich te Philadelphia, vanwaar hij in 1821, ten gevolge van de amnestie, terugkeerde; hij woonde van toen af op zijn buitenverblijf Ferrière bij Caen. Lodewijk Philips gaf hem in 1831 zijn titel van maarschalk weder en benoemde hem in 1832 tot pair. Grouchy’s Mémoires (5 dln, 1873-1875) werden door zijn kleinzoon uitgegeven.Lit.: Le Gros, Le maréchal G. et l’aile droite de l’armée française les 17 et 18 juin 1815 (1912); J. Lenient, La solution des énigmes de Waterloo (1916) ; S t. Zweig, Sternstunden der Menschheit (1947).