(Spaans, „Het Kind”), naam van een zeestroming langs de westkust van Ecuador en Peru, een aftakking van de Equatoriale Tegenstroom (z zeestromen) die in de (noordelijke) winter over de evenaar heen zuidwaarts langs de genoemde kusten loopt. Zij verschijnt daar omstreeks Kerstmis (vandaar de naam) en gaat gewoonlijk tot 233° Z.Br.
In sommige jaren echter, zoals in 1891 en 1925, drongen deze warme wateren (van bijv. 26 gr. C.) veel verder zuidwaarts door — in Mrt 1925 tot 140 Z.Br. — en verdrongen dan de anders daar aanwezige koele wateren (van bijv. 17 gr. C.), die gedeeltelijk aan de koude Peru-stroom, die uit het Zuiden komt, gedeeltelijk aan opwelling te danken zijn. De gevolgen van zulk een gestoorde toestand waren dan zeer ernstig. Het warme water bracht tropische regenval mee, waarop de bodemgesteldheid en begroeiing van de zeer regenarme kuststreken van Peru niet ingesteld zijn (gevolg: overstromingen en wegspoeling van grond). Vissen en andere organismen in de kustwateren stierven op grote schaal en vervuilden het water; de vogelbevolking, die de economisch belangrijke guano levert, werd gedecimeerd of vertrok; een en ander met economisch zeer nadelige gevolgen.
DR P. GROENLit.: P. Groen, De wateren der wereldzee, blz. 322, 323 (Amsterdam 1951).
