eilandengroep in de Javazee ten N.N.W. van Batavia. Van de talrijke kleine, lage eilandjes (sommige niet meer dan begroeide koraalrotsen of zandbanken) worden er enkele duurzaam bewoond en een groter aantal tijdelijk door vissers.
De eilanden liggen op erosieresten, welke na de pleistocene glaciale periode mee werden ondergedompeld door het rijzen van de zeespiegel. Daarna boden deze een geschikte gelegenheid voor de groei der koralen. De langgerekte vorm der eilanden is ontstaan door de invloed van stromingen en verder is de werking van moessonwinden (uit Z.O.-O. en N.W.-W. richting) merkbaar. Het voornaamste eiland is Panggang, waar een posthouder gevestigd was en dat voor Wereldoorlog II evenals Klapa, Tidoeng en Palemparan door enige honderden mensen bewoond was, die in visserij en prauwvaart een bestaan vonden.Lit.: J. H. F. Umbgrove, De koraalriffen der Duizendeilanden. Wetensch. Meded. nr 12, Dienst v. d. Mijnbouw in Ned. Indië
(1929).