is een spel, dat op verschillende plaatsen van het Germaanse en Romaanse volksgebied op bepaalde tijden van het jaar wordt gespeeld en dat bestaat in het bevechten en doden van een nagemaakte draak. Het is de dramatische uitbeelding van het bekende verhaal van de draak, waaraan een maagd moet worden geofferd, die echter door een onverwachts opdagende ridder wordt bevrijd.
Dit motief komt in de sagen van verscheidene helden voor (Siegfried, Beowulf, Diederik van Bern, Ragnar Lodbrok, Tristan e.a.), maar ook in de Christelijke legende, waarde draak als symbool van het kwaad door de aartsengel Michael, door Sint Joris, Sint Beatus en vele andere heiligen wordt bestreden. Al uit voorchristelijke tijden zijn ommegangen in voorjaar en herfst door de velden bekend, waarbij ter afwering van misoogst een draak werd meegevoerd en vervolgens gedood. Sinds de middeleeuwen behoort de draak tot de meest geliefde attributen van optochten en processies. Al in 1394 werd hij in een Antwerpse ommegang meegevoerd. Zeer geliefd was de drakenkamp van Sint Joris (23 Apr.), die, ofschoon betrekkelijk laat ontstaan, in Duitsland en de Nederlanden zeer populair was. Op de Sint Joriskermis van Pieter Bruegel is dit spel afgebeeld. Het is vooral in enkele Limburgse dorpen (Heel, Swalmen en elders) lang in zwang gebleven en vindt in Beesel aan de Maas nog altijd eenmaal in de zeven jaren op Kermismaandag in het eind van Aug. plaats. Ook te Bergen (in Henegouwen) vindt het draaksteken sinds onheuglijke tijden, in elk geval sinds 1524, jaarlijks op Drievuldigheidsdag plaats. De oudste berichten van dergelijke volksfeesten zijn uit Zuid-Frankrijk bekend, bijv. al in de middeleeuwen uit Tarascon.Lit.: C. de Baere, Onze Vlaamsche reuskens (Antwerpen 1941), blz. 54-62.