is de naam van een gezelschapsspel, dat met 28 platte, rechthoekige stenen (van ivoor, been of hout) wordt gespeeld. Deze stenen zijn verdeeld in twee velden en voorzien van „ogen”, dit laatste met uitzondering van de dubbelblank steen.
De overige stenen zijn genummerd 0-1, 0-2, enz. tot 6-6 toe. Om te spelen legt men alle stenen met de „blinde” zijde naar boven, zodat men ze niet van elkaar kan onderscheiden. Elk der spelers neemt er een zeker aantal van af; de overige stenen worden apart gelegd. Wie de hoogste dubbele steen heeft, zet het eerst uit. Elk plaatst op zijn beurt een steen bij, waarvan een der velden gelijk is aan een der op tafel aan het uiteinde liggende velden; heeft hij zo’n steen niet, dan mag hij er twee „kopen” van de apart gelegde stenen. Wie het eerst al zijn stenen heeft kunnen aanleggen, heeft het spel gewonnen: hij is domino (heer). Kan niemand meer bijzetten, dan is hij winnaar, die de minste „ogen” heeft.Dit spel heeft zich in de eerste helft der 18de eeuw uit Italië in Frankrijk en verder noord- en oostwaarts verspreid. Het behoort vooral te Venetië, Milaan en Parijs, ook op vele plaatsen in België tot de geliefde spelen, hoewel tegenwoordig minder dan voorheen. Domino-whist wordt door vier personen gespeeld.